Herman Vuijsje: 'Mijn hele leven is het al een aanvechting die ik nauwelijks kan weerstaan: aan het strand dóórlopen, omringd door mist en meeuwen, tot aan de jongste dag.' Vuijsje is socioloog en journalist en schreef onder andere een aantal wandelboeken. De Nederlandse verhouding met het water is een van zijn favoriete onderwerpen.
Voorjaar 2019 wandelden wij in drie weken langs het hele Nederlandse strand, van Cadzand via de waddeneilanden tot aan Rottumeroog. Ruim 350 kilometer, of eigenlijk iets meer, want we begonnen in Knokke en eindigden op Borkum, het eerste Duitse waddeneiland. Zo wilden we ons rekenschap geven van het 'typisch Nederlandse' van ons strandgevoel. Ons strand is wijd en imposant, maar ook gladjes en 'verrassingsvrij'. Je kunt er ver kijken, vooruit plannen. Het lijkt op ons.
Die onafzienbaarheid schept ook ruimte, dat weet iedereen die aan het strand gaat uitwaaien. Ruimte voor beelden, verlangens, fantasieën. Waar komt bijvoorbeeld die liefde voor dat 'uitwaaien' vandaan? En wie zijn het eigenlijk, die je al uitwaaiend tegenkomt? Hoe komt het dat je vaak genoeg twee vriendinnen ziet optornen tegen de wind, maar nooit twee vrienden? En waar ligt precies het hondenuitlaatomkeerpunt?
We staarden naar onze strandgenoten, naar de horizon, naar de bewegingen van zand en schuim. Na een paar weken waren we ouwe indianen geworden, snuffelend aan de voetsporen van mens en dier. Hanteerden we een gebarentaal om elkaar uit de verte de staat van het zand aan te geven.
Iedere ochtend waren we opgelucht als we die inkeping in de duinen weer zagen opduiken - die V-vorm, waarvan het onderste deel zich vult met een helderblauwe streep naarmate je omhoog ploetert door het rulle zand. De V van verwachting is dat. En van vrijheid. Steeds als we terug waren bij de kust, riepen we het tegen elkaar: 'Freedom!'