Het beeld van Nederland als land waar alles tot in de puntjes is geregeld, ligt aan diggelen. In hoog tempo volgen schandalen elkaar op: burgers die door de overheid worden gemangeld in het toeslagenschandaal of bij de gaswinning in Groningen, miljardenverslindende ict-projecten die vastlopen bij de Belastingdienst, algoritmen die studenten van migrantenafkomst tot fraudeur bestempelen, misstanden in de jeugdbescherming en hersteloperaties die alles alleen maar erger maken. Het wantrouwen woekert en extremisme vlamt op.
Hoe kon dit gebeuren? Was het ooit wel beter? En vooral: hoe krijgen wij Nederlanders een bestuur dat wel voor iedereen werkt? Want dat zullen we hard nodig hebben om weerbaar te zijn in een onzekere wereld.
Met dezelfde verwondering als jij kijkt journalist Kustaw Bessems hiernaar. Aan slimme experts met rijke ervaring en goede ideeën vraagt hij hoe we vooruitkomen. Hij duikt in de meestal onzichtbare wereld van ambtenaren en publieke dienstverleners en komt erachter dat zij haast net zo bekneld kunnen raken in de raderen van het systeem als de mensen die ze proberen te helpen. Maar ook dat het daar vol zit met getalenteerde idealisten, waardoor er misschien wel meer de goede kant op gaat dan ooit.
Onvermoeibaar en scherp schetst Bessems in dit hoopvolle boek een pad naar een overheid die er voor burgers is in plaats van andersom. Daarbij ontkomt hij niet aan de confrontatie met zijn eigen diepste drijfveren.