Aan het eind van de negentiende eeuw komt Lennart ter wereld als bastaard van een Duitse graaf. Hij wordt opgenomen in het gezin, maar zijn vader en broers kleineren hem. Lennart zoekt zijn heil in de keuken. Daar wordt hij door het personeel als een van hen gewaardeerd en raakt hij gefascineerd door geur en smaak. Omdat hij zijn leven niet zeker is binnen het gezin vlucht hij en ontmoet een Zwitsere Zuckerbäcker: een meesterpatissier die hem meeneemt naar Venetië. Daar leert hij de magie van suiker, chocolade en liefde kennen.
Er blijft echter ook veel voor hem verborgen. Zelf houdt hij angstvallig geheim dat hij langzaam zijn gehoor verliest, omdat de ontdekking van zijn doofheid het einde van zijn dromen kan betekenen. Maar met die keuze brengt hij anderen in gevaar.
Suiker is een roman over wat er gebeurt als mensen op je vertrouwen terwijl dat vertrouwen niet terecht is.