Tijdens een picknick aan het Meer van Genève loopt het negentienjarige meisje Summer weg. Haar lange blonde haren door de groene varens heen zijn het laatste wat haar jongere broer Benjamin van haar heeft gezien. Ze is verdwenen in het bos, of opgeslokt door het donkere water van het meer. Vijfentwintig jaar later wordt Benjamin nog steeds gekweld door deze herinnering. Hij denkt vaak terug aan die tijd en aan de gevolgen ervan voor de relatie van zijn vader en moeder. Het plotselinge gemis van Summer maakte geheimen wakker in het gezin, dat vooral veel waarde hecht aan uiterlijk vertoon. Gaandeweg komen er allerlei leugens aan de oppervlakte. Het resultaat is een schitterende maar pijnlijke analyse van de façades en zelfdeceptie binnen één familie.