Het is niet toevallig dat J.A. Deelder werd geboren in 1944, op het moment dat de bebop van Charlie Parker en Dizzy Gillespie in New York doorbrak. In het muzikale én mythische universum van Deelder past het idee dat zijn geboorte aan die doorbraak heeft bijgedragen. Deelder ís jazz, al kan hij even begenadigd schrijven over The Rolling Stones, John Lennon en het verzamelen van muziek tot in de verste uithoeken van de wereld. 'Platen, platen, platen... je hebt er nooit genoeg,' schrijft hij in Bird lives!, een geweldig en hilarisch verhaal over Charlie Parker. 'Soms score je ze op onverwachte plaatsen. In Djakarta bijvoorbeeld, nou niet direct een naam die je associeert met platen. Ik niet tenminste. Alleen jammer dat ik ze nergens kan draaien, die platen. Er valt in heel Djakarta geen een pick-up meer te bekennen. Alles cassette. Die slag hebben de Jappen beslist gewonnen. De ruwe, ongepolijste toon van de verhalen in Swingkoning is het beste bewijs van zijn oprechte, onsterfelijke liefde voor de muziek. Over de door hem bewonderde grote jazzmusici schrijft hij: 'De meeste zijn al dood, ik zal sterven als het niet waar is!' Zo lang Deelder leeft, leven zij ook verder.