Antoni van Leeuwenhoek en Johannes Vermeer zijn wereldberoemd. Praktisch even oud, groeiden ze op in het bruisende Delft van de zeventiende eeuw. Nieuwsgierig verkenden ze nieuwe werelden. Van Leeuwenhoek ontdekte met zijn zelfgebouwde microscopen wonderbaarlijk microleven, Vermeer speelde met licht en schilderde meesterwerken als Het meisje met de parel en Gezicht op Delft. Kenden ze elkaar? ’t Had gekund! Sterker: het waren boezemvrienden die op cruciale momenten in hun leven elkaars gezelschap zochten. In ’t Had gekund: ontmoetingen tussen Antoni van Leeuwenhoek en Johannes Vermeer staan hun gesprekken opgetekend in woord en beeld. Op de ijsvloer buiten de Schiedamse poort, in het atelier van Vermeer en bij de krater van de Delftse donderslag delen briljante waarnemers in de wereld van kunst en wetenschap hun dromen en zorgen – met elkaar verbonden door licht.