Duitsland 1998. Douwe werkt naast zijn studie in een tankstation, waar hij bevriend raakt met Mehmet en Toni. Via Toni maakt Douwe kennis met VOWA, een koeriersdienst die beschikt over luxe zakenauto's. Douwe en Mehmet sluiten zich aan en worden ingewijd in de wereld van snelwegen, hotels en geheime codes. Hun vracht, de 'zeepjes', krijgen ze nooit te zien: zelfs de koeriers weten niet waar in de auto de buit zich bevindt. Aan het eind van de rit wachten letterlijk bergen geld. Er zijn uitjes naar chique badplaatsen, er zijn vrouwen en er is champagne. Maar ook het motto 'binnen is binnen' klinkt vaak. Het duurt lang voordat Douwe ontdekt dat dit motto buitengewoon serieus genomen moet worden. De grens tussen vriendschap en verraad blijkt flinterdun.