Tarantula is ongetwijfeld Dylans vreemdste songtekst. Maar een lied is het: met een flow en een klankrijke beeldtaal en beeldrijke klanktaal en diepgeworteld in de Amerikaanse muziekcultuur. Ook hier toont Dylan zich de omgevallen platenkast zoals we die kennen van zijn Theme Time Radio Hour, het radioprogramma dat hij een tijd lang vulde met muziek van overal en nergens. Ook in Tarantula komen we ze weer tegen: Aretha Franklin, Woody Guthrie, Leadbelly, de Carter Family en vele, vele anderen. Tarantulais een onmisbare schakel in het oeuvre van Nobelprijswinnaar Bob Dylan. Hij schreef het in 1966, op het hoogtepunt van zijn roem als surrealistisch popidool en onnavolgbare singer-songwriter, vlak voor zijn beruchte motorongeluk, waarna hij tijdelijk alle werkzaamheden staakte. Toen het boek werd gepubliceerd, in 1971, lag die periode al weer achter hem, maar net als de liedjes van die dagen hadden ze nog niets van hun raadselachtige zeggingskracht en ritmische prozamystiek verloren.