Juist toen Tatatoek het bos achter zich wilde laten, kwam de Wortelmeester achter een boom vandaan. Hij ging breeduit voor Tatatoek staan en riep met donderende stem: 'Waar dacht jij heen te gaan, Tatatoek? Het is je niet toegestaan, het bos te verlaten. Naar beneden met jou, naar de dennenwortels!' Tatatoek had de Wortelmeester altijd gehoorzaamd, maar nu aarzelde hij. Opeens haalde hij zijn hamertje tevoorschijn en zei: 'Ik moet de wijde wereld intrekken, naar het rijk van de zeven bergen, dat heeft de Kristalmeester gezegd. Kijk, hij heeft zijn duim op mijn hamertje gedrukt!' Bij deze woorden gaf hij zijn hamertje aan de Wortelmeester. Die bekeek het eens goed en zette toen grote ogen op. 'Ja, je hebt gelijk!' zei hij. 'En wat moet je daar gaan doen?' 'Een kristal halen bij de zevende berg en goed uitkijken dat mijn hamertje niet wordt gestolen.' De Wortelmeester schudde zijn hoofd en zei: 'Je zult niet eens de tweede berg halen. De kobolds uit het dal halen boze streken uit. Ik wens je een goede reis!' Tatatoeks reis voert hem over zeven bergen en door zeven dalen. In ieder dal ontmoet hij een kobold, die wil verhinderen dat hij naar de grote kristalberg gaat. Zal Tatatoek zijn opdracht kunnen volbrengen?