Met groot inlevingsvermogen onderzoekt gelauwerd dichter Frans Budé niet alleen de tijd, maar ook het landschap van de kunst en de natuur waarin hij zich op zijn reizen begeeft
Te midden van alles is een veelzijdige bundel, vol natuur en vol kunst – van (heel) vroeger tot nu, en van Frankrijk tot Portugal tot Zuid-Limburg: zo ontleent hij inspiratie aan de 30.000 jaar oude grotschilderingen in de ‘Grotte Chauvet’ in de Franse Ardèche, aan het werk over leegte, leven, dood en liefde van de Franse beeldhouwer Germaine Richier (1902-1959), aan de schilderijen van de hedendaagse Nederlandse beeldend kunstenaar Bep Scheeren, en aan het werk van de in Wit-Rusland geboren Joods-Franse kunstenaar Chaïm Soutine (1893-1943).
Frans Budé schuwt noch verbloemt verval en vergankelijkheid, kijkt in zijn gedichten vaak voorbij de horizon en ontwaart geregeld nieuwe uitzichten. Wat er blijft? Eerbiedige stilte en veel nabijheid.
Over de poëzie van Frans Budé
‘Hier schreeuwt niets, terwijl het toch over grote thema’s gaat, over dood en vergankelijkheid, over liefde, maar zonder ooit grote woorden te noemen.’ Cees Nooteboom
‘Een scherp en eigenzinnig oeuvre dat bij herlezing recht overeind blijft.’ NRC
‘Een tijdloos en nauwgezet onderzoek naar de grenzen van leven en dood, herinneringen en vergetelheid, taal en stilte.’ de Volkskrant
‘Weloverwogen, stilistisch pareltje.’ Sjiek Literatuurprijs over De dagen