het grootste (in beide betekenissen van
het woord) wat de wereldliteratuur te
bieden heeft, lukt het Marcel Proust een
mayonaise te maken waarin de olie van
het essay fijn verdeeld blijft zweven in
de waterige omgeving van de roman.
In Tegen Sainte-Beuve, de oertekst van zijn
magnum opus, heeft hij de verbindende
formule nog niet gevonden, maar de
ingrediënten zijn al van uitzonderlijke
kwaliteit, en de zoektocht naar samenhang
is in de terugblik regelrecht spannend.
Tegen Sainte-Beuve eindigt waar Op
zoek naar de verloren tijd begint: op het punt
waar de losse schetsen zich beginnen te
verbinden tot een werk.
Wie was die Sainte-Beuve? Frankrijks
machtigste criticus van de negentiende
eeuw, geacht en gevreesd, die reputaties
kon maken en breken; een man met een
feilloze smaak, die Stendhal, Flaubert,
Nerval en Baudelaire niettemin deerlijk
heeft miskend. Wat had Proust tegen de
inmiddels gestorven dinosaurus? Sainte-
Beuve oordeelde op moraal, waarbij hij
uitging van het leven van de auteur;
Proust wilde uitgaan van het geschrevene,
en dat waarderen op schoonheid. En
hij wilde zelf een groot werk aangaan,
waarvoor hij zijn pen moest oefenen;
de eenzijdige polemiek raakt daarbij
algauw op de achtergrond.
Tegen Sainte-Beuve verschijnt precies
honderd jaar nadat Proust eraan werkte.
Marjan Hof is een driekoppig vertalerscollectief,
bestaande uit Martin
de Haan, Jan Pieter van der Sterre en
Rokus Hofstede.
`Contre Sainte-Beuve van Marcel Proust,
een boek dat niet alleen tegen de grote
gezag- en gelijkhebbende criticus
Sainte-Beuve gericht is, maar tegen
zo n beetje alle voor de hand liggende
opvattingen over schrijven en lezen.
P.F. Thomése