De tempel is de bewerking van een bij toeval teruggevonden manuscript uit 1929. Spender beschrijft de ontwikkeling van een jonge biseksuele dichter die eind jaren twintig en begin jaren dertig twee reizen maakt vanuit Engeland naar Duitsland. De eerste maal overheerst de verademing van het libertijnse klimaat van de Weimarrepubliek. Tijdens de tweede reis komt de hoofdfiguur indringend in aanraking met het opkomende fascisme. In deze autobiografische roman figureren naast Spender de schrijvers Auden en Isherwood.