Bij Canarische eilanden denken veel mensen aan zon, zee, voile stranden, drukke boulevards en massatoerisme. Maar deze eilanden hebben veel meer te bieden. Aan de drukke zuidkust is men gelukkig met man en macht aan het werk om het toerisme naar een hoger niveau te tillen. Tenerife, het grootste van de zeven bewoonde eilanden, heeft de hoogste berg van Europa, El Teide, die is omringd door een groot, beschermd natuurgebied en vulkanische landschappen. Ook andere delen van Tenerife bieden volop natuurschoon. De noordkant van het eiland, met plaatsen als La Orotava, Garachico en Masca is beeldschoon, met La Laguna voor de cultuur- en architectuurliefhebbers. Helemaal vrij van massatoerisme is het kleine eiland La Gomera, anderhalf uur varen vanaf het zuiden van Tenerife. Grote delen van dit eiland, dat drie keer werd bezocht door Columbus en ooit favoriet was bij hippies, zijn tot beschermd natuurgebied uitgeroepen. Flora en fauna zijn hier uniek. De top van de berg de Garajonay is vaak in wolken gehuld, terwijl aan de kust de zon volop schijnt. La Gomera is een prachtig eiland met steile rotskloven, laurierbossen en palmbomen. Er zijn geen grote stranden en de zee is op veel plaatsen nogal ruw. Daarom is La Gomera geliefd bij wandelaars en natuurliefhebbers. Maar ook bij reizigers die verlangen naar het rustige eilandleven met zon, simpel eten, Canarische wijn en gitaarmuziek van lokale muzikanten. De Wereldwijzergidsen zijn door Nederlandse auteurs geschreven en ideaal voor de breed geïnteresseerde reiziger.