Geschreeuw en gegil klinkt galmend door de kerk. Joyce roept naar Sanne en Thea: ‘Meekomen! Meekomen!’ Karel geeft ze allebei een zet in de richting van de hoek van de kerk. Hij duwt de klink van een klein deurtje naar beneden, bukt zich en gaat naar binnen. Joyce trekt Steven mee en sleurt daarna Sanne en Thea naar binnen. ‘Joyce! Karel!’ roept Steven. ‘Wat is dit? Wat is er aan de hand? Wat betekent al die herrie?’ Joyce sluit het deurtje. Opnieuw klinken harde geluiden aan de andere kant voor de deur. Opeens beseft Steven het. Er is iets echt mis. Iets vreselijk mis …