Ursula Powell en Quentin Riconni zijn min of meer tegelijkertijd opgegroeid - hij in New York, zij in het zuidelijke provincieplaatsje Tiber Ville, in het gebied Bear Mountain, dat zij, inmiddels volwassen, heeft verlaten. Ursula keert na de dood van haar vader terug naar haar ouderlijk huis, een vervallen boerderij. Daar woont ook haar autistische broer Arthur,in harmonie met de natuur en met Bare Wisdom, een enorme ijzersculptuur van een beer, die Ursula's vader ooit heeft gekocht en die nu op hun erf staat.
Quentin Riconni is in zijn jeugd zijn vader langzaam gaan haten. Een vader die, ver weg van zijn gezin, zo nodig de kunstenaar uit moest hangen, terwijl zijn vrouw en zoon nauwelijks konden rondkomen. Inmiddels is Quentin een afstandelijke, doch succesvolle zakenman die met weinig vreugde de onbetaalbare nalatenschap van zijn vader beheert. Wanneer Bare Wisdom, het vroegste kunstwerk van zijn vader dat lange tijd verdwenen leek, in Bear Mountain blijkt te staan, weet Quentin dat hij dit werk zal moeten terughalen, wil zijn leven - en dat van zijn moeder - weer enige zin krijgen.
En dus komt Quentin naar Bear Mountain - en naar Ursula - om de ijzeren beer te kopen en nooit weer om te kijken. Maar Bare Wisdom is vergroeid met het bergstadje, met de mensen, en vooral met Arthur, die met de beer "praat". Het weghalen van de beer zou hem kapotmaken en terugvoeren naar de stilte van zijn autisme. In Bear Mountain zullen Quentin en Ursula elkaar ontmoeten, twee bijzondere persoonlijkheden, vechtend voor dat wat hen lief is. Tussen hen zal een band ontstaan die sterker is dan alle verdriet en pijn van het verleden.