Als kind had Lidewey van Noord een hechte band met de natuur. Ze wilde boerin worden, had een eigen moestuin, kende de namen van vele planten en vogels en vond kikkerdril even fascinerend als koeien. Maar die band raakte ze ergens in haar tienerjaren kwijt.
Het verlangen om boerin te worden stak rond haar dertigste weer de kop op. Ze verhuisde naar het platteland, werkte maandenlang op boerderijen en leerde over zaaien en oogsten, fokken en doden. Het schokte haar te beseffen hoe ver wij verwijderd zijn geraakt van onze voedselbronnen en hoe verstrekkend de gevolgen daarvan zijn, niet alleen voor onze gezondheid, maar ook voor die van de natuur.
In Terug naar de natuur onderzoekt Van Noord de wisselwerking tussen mens en natuur aan de hand van uiteenlopende bronnen, persoonlijke ervaringen en interviews met boeren in binnen- en buitenland.