“Lemon, geloof je in geluk?”
“Wat bedoel je, Kiwi?”
“Geloof je dat bepaalde dingen in je leven zo gebeuren omdat ze zo bedoeld zijn?”
“Ik geloof dat hard en bevlogen werken de juiste voedingsbodem creëert voor goede dingen.”
“Mijn vader zegt wel eens dat zijn vastgoedonderneming rust op een fundament van geluk.”
“Jouw vader is een bijzonder mens. Zijn definitie van geluk heeft niets van doen met persoonlijk welbevinden.”
“Is dat waarom hij en mijn moeder nooit samen hebben gewoond?”
“Ja, zoiets. Alles wat hij deed, gebeurde omdat iets hem daartoe bracht.”
“Wat bracht hem daartoe?”
“Geluk. Hij was gewoon de juiste persoon op de juiste plek.” ??