Het Bloed van de Elfen is de eerste The Witcher-roman van Andrzej Sapkowski over hekser Geralt van Rivia. Zijn verhaal begon in de bundel De Laatste Wens & Het Zwaard der Voorzienigheid. Meer dan vijfhonderd jaar leven mensen, dwergen, gnomen, halflingen en elfen in vrede. Totdat het met de betrekkelijke rust opeens gedaan is: de dwergen beginnen hun soortgenoten te vermoorden, terwijl de elfen hun wapens opnemen tegen elkaar én tegen de mensen. Maar te midden van alle beroering wordt er een kind geboren: Ciri, de kleindochter van koningin Calanthe, de Leeuwin van Cintra. Tot grote vreugde van de heksers, die naar deze gebeurtenis hebben uitgezien. Zij is namelijk de Vlam, het kind van de profetie dat de wereld voorgoed zal veranderen, ten goede of ten kwade. Het is aan Geralt, de hekser van Rivia, om Ciri te beschermen en iemand te vinden die haar kan helpen zich haar bijzondere gaven eigen te maken en, vooral, te beheersen.