Thera is dood. En ze heeft uitgerekend Lammert Aslander aangewezen als executeur van haar testament. Hij reist af naar haar woonplaats Nijmegen. Met de politie bezoekt hij de plek waar Thera’s kleren gevonden zijn, op de kop van een strekdam, in een bocht van de Waal. ‘Verdronken tijdens het zwemmen,’ luidt de officiële versie. Aslander gelooft er niets van: dat is niets voor Thera. Maar dan blijven twee mogelijkheden over: zelfmoord… of moord. Aslander besluit de zaak uit te zoeken.
Dan ontdekt hij, aan de muur in Thera’s huis, een beeld dat daar niet hangen kan. Niet dát beeld. Niet bij Thera.
Aslander weet het zeker: als hij ontdekt wat dat beeld in Thera’s huiskamer doet, kent hij de reden van haar zelfmoord. Of de identiteit van haar moordenaar.