Kerry stapte uit de auto en liep de oprit op. Toen hij bij de voordeur kwam, keek hij om zich heen. Uit niets bleek dat hij werd verwacht. Het vervallen huis maakte een verlaten indruk. Kerry dacht aan Amanda's stem over de telefoon. Hoe zou ze er uitzien? Hij belde aan. Geen reactie. Kerry drukte opnieuw op de bel. Het bleef stil. Nadat Kerry nog een paar keer had aangebeld, gaf hij de moed op. Hij wilde zich omdraaien om terug te gaan naar de auto, toen het gordijn voor het raam naast de deur plotseling een stuk openging. Een straal licht viel naar buiten. Kerry bleef staan. Er was dus toch iemand thuis...