In juni 1946 meldt Piet Hidskes zich als vrijwilliger bij het Depot Speciale Troepen, het elitekorps van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (knil) onder commando van kapitein Westerling, die carte blanche krijgt om de opstand in Indonesië neer te slaan en zuiveringsacties uit te voeren. Na zes maanden training wordt Hidskes ingezet op Zuid-Celebes in wat later ‘de Zuid-Celebes-affaire’ zal heten. Wat hier precies is voorgevallen vertelt Hidskes aan niemand, wie zou hem geloven? Als hij in 1992 overlijdt, neemt hij het verhaal mee in zijn graf. Waarom zweeg Hidskes vijftig jaar over zijn ervaringen op Zuid-Celebes? In hoeverre was zijn bijdrage aan de acties van Westerling vrijwillig? Zoon Maarten besluit de rol van zijn vader op Celebes tot op de bodem uit te zoeken. Hij wint het vertrouwen van enkele oud-commando’s uit de groep van zijn vader, onderwerpt diens brieven uit Indië aan een nauwkeurige analyse en bestudeert inlichtingenrapporten over de terreur op Celebes. Op aangrijpende wijze weet Maarten het oorlogsverleden van zijn vader te reconstrueren en merkt hoe confronterend dat ook voor hemzelf is.