In haar drift tot het scheppen van orde komt de hoofdpersoon in Venetië terecht, de stad van het glas. Daar treft zij de directeur van de glasfabriek, en ook haar moeder. De taak wordt niet volbracht, de moeder gelaten voor wat ze is, de hoofdpersoon keert terug naar 'de professor', in wier bad we haar in het begin van het boek al hadden aangetroffen. Die professor heeft het laatste woord.