Karin voegt zich, kort na het verdwijnen van haar man Roy, bij haar architect en geliefde Kenzo op Curaçao, ondanks dat de mensen op Bonaire er schande van spreken. Ze heeft geleerd mannen als passanten te zien, net zoals haar moeder, die zelf door een slippertje zwanger was geraakt. Hun zoon Elroy ontvangt alle liefde van de wereld, ondanks Kenzo's twijfel aan zijn vaderschap. Ook Joost en Annemarie weten weinig over hun 'Arubaanse' dochter Silvana. Ze is 5 maanden oud als ze haar adopteren en meenemen naar Zeewolde. Opvallend is haar blonde lok, zeker voor zo'n donker meisje.
Rond hun puberteit ontstaat bij beide kinderen grote interesse in hun afkomst. Roy werd, door zijn 'Chinese ogen' chino genoemd, Silvana scholden ze op de lagere school uit voor 'zwartje'. Wanneer de Nederlandse familie jaren later besluit om naar de Antillen terug te keren lijkt de ontmoeting tussen Silvana en Elroy voorbestemd. Ze vallen als een blok voor elkaar. Samen gaan ze op zoek naar het verhaal achter hun herkomst. Waarom mag Silvana haar moeder niet kennen en waarom verdween Roy. Het levert een roman met diverse lagen op, bittere en zoete. Kleur speelt daarbij een rol, al is het nooit in de liefde.
Tirami sù is de tweede roman van de Curaçaose auteur Ronny Lobo en is het zelfstandig te lezen vervolg op zijn debuutroman Bouwen op drijfzand.