En toch glimlacht hij. Ondanks de teleurstelling glimlacht hij minzaam. Nauwelijks twaalf levensjaren jong slaagt hij er telkens in grootser te zijn dan wij. Hij glimlacht en ik ben hem mateloos dankbaar voor zoveel vergevingsgezindheid. 'Pas op,' zegt de moeder, 'je zal ons deze zomer nog vaak zien. Je geraakt van ons niet meer af.' En ik lach om zoveel schoonheid en toekomst. Precies elf dagen later is hij dood. Eva De Wit is vrijwilligster op de kinderafdeling in ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven. Ze begeleidt er Tobias, een jongen van twaalf die leukemie heeft en uiteindelijk zal overlijden. In Tobias, de leukemieman schrijft ze hem opnieuw tot leven en gaat ze op zoek naar zijn spoor, in zichzelf en in wie hem omringde. Zo ontvouwt zich ook het verhaal van de ouders, van het vriendinnetje, van de arts... Het afscheid is wat hen op unieke wijze verbindt. Tobias, de leukemieman is een ontmoeting met het sterke en het kwetsbare in de mens, met de broosheid der dingen, met dat wat ons overstijgt en dat wat ons samenhoudt; aangrijpend, ontroerend, zoals wij mensen zijn. Het boek raakt door de heldere kijk die het op het leven biedt en door de warme personages. Eva De Wit trekt het verhaal open tot iets universelers dan alleen het verhaal van dat ene jongetje.