De nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 zal altijd in de vaderlandse herinnering gegrift blijven. Die nacht braken de dijken in Zeeland en in delen van Zuid-Holland door een zware storm. Een afschuwelijke watersnoodramp was het gevolg. Bij de familie Flikweert wordt die avond de verjaardag gevierd van de oudste zoon. Zoals zovelen proberen de Flikweerts het vege lijf te redden door op de zolder en uiteindelijk op het dak van de boerderij te klimmen. Daar wachten zij dagen- en nachtenlang op hun redding. De 21-jarige Marrie Flikweert kan alleen maar denken aan Frits, de jonge schoolmeester op wie zij verliefd is. Als Marrie gered is en na een kort verblijf in een opvangcentrum bij een gastgezin in Zwijndrecht belandt, doet zij alle moeite om haar Frits weer te vinden. Maar in die nacht, waarin de dijken braken, is ieders perspectief op het leven veranderd.