Hugo leidt een normaal leven. Getrouwd, drie kinderen, eerste kleinkind op komst.
Hij is gestopt met werken. De afgelopen vijftig jaren zijn in een roes voorbijgegaan. Eenmaal los van het hoge levenstempo trekken gebeurtenissen in zijn leven onverbiddelijk aan hem voorbij.
Hij denkt terug aan Paulien, zijn eerste liefde. Onbeholpen heeft hij destijds hun relatie abrupt beëindigd. Hij vraagt zich af hoe haar leven is gelopen. Vertwijfeling en schuldgevoelens spelen hem parten.
Op een van zijn wandelingen loopt hij Jack letterlijk tegen het lijf. Een oude drinkebroer, die op jonge leeftijd zijn heil ging zoeken in het noorden van het land. Een vluchtige ontmoeting, die bij hem een onbestemd gevoel teweeg brengt.
Hij raakt in verwarring. Door lange wandelingen te maken en maquettes te bouwen probeert hij zijn rust te vinden. Annelie, zijn vrouw. probeert hem met beide voeten op de grond te houden.
Hij ontvangt een uitnodiging deel te nemen aan een grote landelijke
maquettetentoonstelling van monumentale gebouwen in Rotterdam.
Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling treft hij onverwacht Jack, die hem uitnodigt 's avonds iets te drinken op zijn appartement. Daar vindt een aangrijpende gebeurtenis plaats.
Later blijkt Jack spoorloos verdwenen te zijn.
Op de tentoonstelling doet de industrieel Eustatius van Bezuyden hem een aantrekkelijk voorstel. Moet hij met zo'n dominante persoon in zee gaan? En wat heeft Eustatius te maken met de Groninger aardbevingen?
Vanaf dat moment lijkt Hugo alleen nog maar heftige gebeurtenissen aan te trekken.
Gaan de feiten met hem aan de haal of andersom?