Bob woont bij meneer en mevrouw Dril. ‘Dat hebben wij weer!’ zuchten ze vaak als ze uit hun werk thuiskomen. ‘Een hond die niet wil spelen.’ Maar ook Bob werkt de hele dag. Hij houdt de buurt in de gaten. Hij spoort verloren zaken op. Hij redt dieren en kinderen. Hij lost misdrijven op. Bob moet soms op tien plekken tegelijk zijn. En daar moet hij ’s avonds echt even van bijkomen. Commandeer jezelf! denkt Bob.