Veel van de chef-koks die de afgelopen tien jaar het woord namen in Elsevier, zijn exponenten van het nieuwe no-nonsense koken. Het moleculaire geknutsel is passé.
Weg zijn de schuimpjes, de torentjes, de poedertjes en de dingetjes op het bord: alle aandacht is weer gericht op het pure product. Met als hamvraag: hoe maak je iets bijzonders van simpele ingrediënten?
In deze tweede, dubbeldikke editie van de bundel Lekker eten (2006) spreken ook deze nieuwe chefs zich uit. Koks die zelden te zien zijn als celebrity chef op televisie en die excelleren waar het hoort: op het bord en de tong van de fijnproever. Koks die de lof zingen van jonge worteltjes en 'goddelijke krieltjes'.
De keuken is terug bij af, zegt een van hen. 'Wie tarbot bestelt, moet een mooie witte moot voorgeschoteld krijgen. Ja, liefst zonder veel toeters en bellen.' En de gast? 'Die wil gewoon weer eten.'