In deze bundel wisselt Witteman haar gebruikelijke uitzinnige uiteenzettingen af met het bespioneren van mensen in haar omgeving. Dat levert hilarische, maar vaak ook ontroerende taferelen op. Wat hebben die keurige dames in het seksmuseum te bespreken? Hoe loopt het af tussen die twee Marokkaanse jongens en de ligfietser? Wat gebeurt er als er een auto op een Amsterdamse tram knalt? Waarom is het zo verschrikkelijk in pretpark Duinrell? Wanneer gaat die stokoude dame nou eindelijk eens dood? In Tot dusver niets aan de hand legt Witteman de humor en het verdriet van het menselijk tekort weer eens genadeloos bloot.