De eenentwintigjarige Ada woont al haar hele leven in het strenggelovige dorpje Breesden. Wanneer ze een paar weken voor haar huwelijk voor haar studie in Roosendaal moet zijn, ontmoet ze door omstandigheden de jongere Belen, zoon van een Griekse restauranteigenaar. Ze krijgt een baantje als serveerster aangeboden en hoewel ze weet dat haar ouders het nooit zouden goedkeuren, zegt ze ja.
Ada probeert krampachtig haar twee verschillende levens gescheiden te houden tot de grote dag. Vanaf dan zal ze de rol van plichtsgetrouwe echtgenote moeten spelen. Maar naarmate die dag dichterbij komt, trekt ze meer en meer naar Belen toe. Er ontstaat een oprechte en open vriendschap; iets wat ze nog nooit eerder heeft ervaren.
Ada begint te beseffen dat de waarden en normen die ze haar hele leven al met zich meedraagt door Belen in gevaar komen, maar hem en zijn vrije leven loslaten is niet gemakkelijk als ze diepere gevoelens voor hem krijgt. Kan ze een andere weg inslaan als ze tegelijkertijd bang is voor de mensen die haar zouden moeten beschermen?