De zestienjarige onaantrekkelijke Roberta Teys wordt met haar mooiste kleren aan gevonden in een boerenschuur in het landelijke Engelse dorpje Keldale. Naast haar liggen een bijl en het ontzielde lichaam van haar vader. Onthoofd. Roberta zegt onbewogen. "Ik heb het gedaan. Ik heb er spijt van." Dit zullen voorlopig haar laatste woorden zijn.
Scotland Yard geeft de leiding van het onderzoek in handen van inspecteur Thomas Linley en zijn absolute tegenpool Barbara Havers. Zij leidt aan een sterk minderwaardigheidscomplex en ziet deze zaak als de kans om zich in haar werk te bewijzen.
Het Don Quichote-achtige duo ontdekt na vele omwegen uiteindelijk de afschuwelijke waarheid. De zaak-Teys is er een van emotionele en fysieke mishandeling, verwaarlozing, kindermoord en complexe relaties tussen mensen die alle mogelijke moeite doen elkaar niet hun ware gezicht te laten zien. Dat geldt zeker ook voor Thomas Linley en Barbara Havers.