De 35-jarige Tottie Kiel wordt in 2007 veroordeeld voor een dubbele poging tot moord. Als ze in de vrouwengevangenis van Breda zit, begint ze aan een enorm karwei. Zonder dat haar bewakers ook maar iets in de gaten hebben, graaft ze een tunnel onder de gevangenismuur en ontsnapt ze op 21 februari 2010. De politie ontketent een enorme klopjacht, maar Tottie is haar achtervolgers wekenlang te slim af. Niemand weet hoe Tottie het deed. In dit boek onthult ze haar geheimen: de maandenlange voorbereiding; de schrik toen ze uit het troittoir naar buiten kroop en ontdekte dat haar vluchtauto niet gekomen was.
Tottie zat ruim vijf jaar in verschillende gevangenissen. Het leven in de vrouwengevangenis is een wereld op zich. Met kille moordenaressen, corrupte bewaarders, bajespotten en zielige gevallen. Tottie ging daar op haar eigen manier mee om: rechttoe, rechtaan, zonder een blad voor de mond te nemen. En met humor! Want naast alle treurigheid is er ook heel wat te lachen.
Een stoeptegel in het trottoir voor de koepelgevangenis in Breda beweegt. Van onderuit wordt de tegel naar boven geduwd. Er volgen nog een paar tegels, wat zand, en dan klimt er in een donkere februarinacht een jonge vrouw naar buiten. (Uit: Tottie's vlucht)
Anna Korterink (1987) en haar vader, misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink (1955), schreven het verhaal van Tottie op. Van hem verschenen de bestsellers De BV Bruinsma en Haagse Penoze. Van Anna verscheen Bij de rechtbank, een goed ontvangen bundel rechtbankverslagen.