Heksen figureren tegenwoordig vooral in sprookjes, stripverhalen en thrillers. Het beeld van de lelijke, oude vrouw op een bezemsteel die een pact met de duivel heeft gesloten is daarbij nog steeds overheersend. Heksenvervolging speelt in ons collectieve bewustzijn echter nauwelijks meer een rol. Toch is ook Nederland niet ontsnapt aan de heksenwaan. Wie waren de vrouwen (en een enkele man) die in ons land zijn vervolgd wegens ‘kwade toverij’? Hoe is het zover gekomen en hoe werd er op deze zwarte bladzijde teruggekeken in latere eeuwen?
Ruud Borman betoogt dat er van hekserij beschuldigde vrouwen waren die onder invloed van hallucinogene middelen, zoals vliegenzwammen en ergot (moederkoorn), daadwerkelijk geloofden dat ze konden vliegen en in een ‘andere wereld’ konden komen. Door degenen die hen vervolgden werd dit uitgelegd als ‘reizen naar de heksensabbat’. Ook legt hij een verband tussen ergot-gebruik door ‘ heksen’ en gebruik van dit middel in de prehistorie. Ruud Borman is gefascineerd door de schemergebieden in het verleden en gebruikt soms onbetreden en ongebruikelijke wegen om naar antwoorden op zijn vragen te zoeken. Als archeoloog en historicus raadpleegt hij zowel oude als nieuwe onderzoeksresultaten en betrekt hij ook mythen en sagen in zijn navorsingen.