De eerste keer dat een mens getroost wordt vindt plaats in het prille begin van het leven, als een vader of moeder een kind in de armen neemt en tot kalmte brengt. Maar naarmate we ouder worden verandert de manier waarop we troost vinden. In plaats van alleen onze ouders gaan ook andere mensen een rol spelen en putten we troost uit de kunsten, de natuur en geloof. Maar hoe werkt troost? Aan de hand van persoonlijke herinneringen onderzoekt Arie Boomsma die vraag. Wat gebeurt er precies na tegenslag: een relatiebreuk, gesmoorde ambities, ziekte of de dood van een vriend? Is troost hetzelfde als het wegnemen van pijn, een manier om het leven lichter te maken?