Hira wordt negen. Wie negen wordt, is niet bang, maar Hira is wel bang. Zeker nu haar vader niet meer thuis woont en haar moeder haar groot genoeg vindt om alleen naar bed te gaan. Op een avond, als Hira in het donker in bed ligt te piekeren, hoort ze opeens de stem van Lexie, haar oude troostevriend. Hira was zes toen hij verdween, zoals alle troostevrienden op een dag verdwijnen omdat kinderen hen vergeten. Maar nu is Lexie teruggekeerd. Hij heeft hulp nodig. Net als Hira.