Een voor een vertrekken de zonen uit het dal. De jongste, Zlatomir, blijft achter. Hij is bang om een ander mens te worden als hij de heuvel over gaat. Maar dan steekt er een venijnige oostenwind op.
De tuinman van niemandsland bezit alle eigenschappen van een modern sprookje: poëtisch, wreed en geboetseerd naar een realiteit die we maar al te goed herkennen.