De studentendoop van de faculteit Ingenieurswetenschappen heeft een genadeloze reputatie. Toch wil Sunny niet ontbreken, want als hij slaagt, zo meent hij, gaan alle deuren voor hem open. Wanneer iedere dopeling de ochtend erna zijn roes nog ligt uit te slapen, is Sunny echter nergens te bekennen. Waar hangt hij uit? Wat is er met hem aan de hand?
Terwijl zijn kotgenoot en boezemvriendin Héloïse vreest dat Sunny het slachtoffer geworden is van een fout gelopen studentendoop, wordt het steeds duidelijker dat er meer aan de hand is.
Heeft zijn verdwijning te maken met zijn donkere huidskleur, is Sunny's vriend Jonas bij de zaak betrokken en waarom heeft Héloïse steeds meer de indruk dat Sunny's doop niet minder was dan één grote waarschuwing? Een aankondiging van een onafwendbare afrekening.