Aan de Sociaal-Economische Raad (SER) wordt sinds zijn ontstaan in 1950 grote invloed op het regeringsbeleid toegedicht. Wetenschap en journalistiek hebben regelmatig verhaald over de grote betekenis op het naoorlogse sociaal-economisch beleid, waarbij de regering en het parlement veelvuldig voor het blok zouden zijn gezet door (bijna) unanieme SER-adviezen. Aan de andere kant is de SER, wanneer hij verdeeld was, ook neergezet als een toonbeeld van een vertragend en stroperig adviesorgaan.
In deze studie is onder andere op basis van archiefmateriaal van de SER, de Ministerraad, enkele departementen, de Stichting van de Arbeid en van een aantal sleutelfiguren nagegaan hoe binnen het gezelschap van werkgevers, werknemers en kroonleden de verschillende loon- en prijspolitieke adviezen tot stand kwamen en hoe deze de besluitvorming in politiek Den Haag tussen 1950 en 1993 hebben beïnvloed. Daarbij wordt zichtbaar wat er achter de schermen gebeurde tijdens de wederopbouw in de jaren ’50, de onstuimige economische groei in de jaren ’60, de polarisatie in de jaren ’70 en de economische saneringen in de jaren ’80. Het staat buiten kijf dat de SER in de Nederlandse overlegeconomie een welhaast onvermijdelijke speler is geweest. Maar het oordeel over de daadwerkelijke invloed van de Raad blijkt aan herziening toe.
In deze studie is onder andere op basis van archiefmateriaal van de SER, de Ministerraad, enkele departementen, de Stichting van de Arbeid en van een aantal sleutelfiguren nagegaan hoe binnen het gezelschap van werkgevers, werknemers en kroonleden de verschillende loon- en prijspolitieke adviezen tot stand kwamen en hoe deze de besluitvorming in politiek Den Haag tussen 1950 en 1993 hebben beïnvloed. Daarbij wordt zichtbaar wat er achter de schermen gebeurde tijdens de wederopbouw in de jaren ’50, de onstuimige economische groei in de jaren ’60, de polarisatie in de jaren ’70 en de economische saneringen in de jaren ’80. Het staat buiten kijf dat de SER in de Nederlandse overlegeconomie een welhaast onvermijdelijke speler is geweest. Maar het oordeel over de daadwerkelijke invloed van de Raad blijkt aan herziening toe.