Carolus Clusius was een van de belangrijkste botanici uit de zestiende eeuw. Met zijn vele reizen, onderzoek en publicaties droeg hij bij aan de kennis van de exotische en lokale flora. Pas op hoge leeftijd werd Clusius aangesteld als prefect van de academische tuin in Leiden. Het grootste deel van zijn carrière bracht hij door aan de hoven van keizers, vorsten en aristocraten in Midden-Europa. Hier vond Clusius een rijke en goed opgeleide elite, die zijn passie voor reizen, tuinen en nieuwe planten deelde.
Maar ook werden hier de grenzen van een gedeelde cultuur en interesses soms pijnlijk duidelijk. Juist die grenzen gebruikte Clusius om zijn autoriteit als plantenkenner te vestigen. Clusius’ leven en werk in de context van de Midden-Europese hofcultuur bieden een originele kijk op de botanische renaissance van de late zestiende eeuw.
Esther van Gelder is cultuurhistorica, gespecialiseerd in de geschiedenis van de natuurhistorie en haar materiële cultuur.
Maar ook werden hier de grenzen van een gedeelde cultuur en interesses soms pijnlijk duidelijk. Juist die grenzen gebruikte Clusius om zijn autoriteit als plantenkenner te vestigen. Clusius’ leven en werk in de context van de Midden-Europese hofcultuur bieden een originele kijk op de botanische renaissance van de late zestiende eeuw.
Esther van Gelder is cultuurhistorica, gespecialiseerd in de geschiedenis van de natuurhistorie en haar materiële cultuur.