De dertienjarige Els vertelt hoe ze, samen met een aantal andere Amsterdamse kinderen, op het eiland Texel wordt ondergebracht om "bij te komen" van de oorlog. Ze wordt, samen met een ander meisje, liefderijk opgenomen door een boerenfamilie die alles doet om hen aan te laten sterken. Maar al gauw komt Else erachter dat ze weliswaar de honger ontvlucht is, maar niet de oorlog!. De Georgische krijgsgevangenen die zich op het eiland bevinden, komen in opstand tegen de Duitsers. Wat er dan, in de lente van 1945, allemaal gebeurt, is haast te verschrikkelijk voor woorden. Het lukt Else dan ook pas drie jaar later om de gebeurtenissen die toen plaatsvonden, aan het papier toe te vertrouwen.