De vijftigjarige Leo worstelt met het verdriet om de dood van zijn vrouw Chiara. Dan ontmoet hij Martino: een eenkennige, autistische jongen. In leeftijd en afkomst verschillen ze, maar hun zwijgzame en mysterieuze karakter is hetzelfde. Leo besluit de zorg voor Martino op zich te nemen. Om te ontsnappen aan hun problemen verhuizen ze samen van Turijn naar een afgelegen huis in de Piemontse Alpen. Daar leven ze in hun eigen tempo, ver weg van de stad. En juist in de eenzaamheid van de bergen ontwikkelen ze hun eigen, eenvoudige en oprechte leven.