Jongeren hebben recht op hun eigen literatuur, met een inhoud en vorm die uitdaagt en herkenning oproept, aldus auteur en criticus Aidan Chambers. In de jaren ná de kindertijd en vóór de volwassenheid – Chambers noemt dat de tussentijd - is immers alles in beweging, fysiek, psychisch en sociaal. Wat houdt jong zijn in? Hoe beleefde Chambers die jaren zelf? En wat betekent dat voor het schrijven voor jongeren? De veertien essays en het interview in Tussentijd nemen de lezer mee naar klassiekers als De vanger in het graan van J.B. Salinger en Het achterhuis van Anne Frank, maar ook naar Chambers’ eigen boeken als Je moet dansen op mijn graf en Niets is wat het lijkt. Door het persoonlijke te verbinden met het praktische, de theorie met schrijftips, en het algemene met het specifieke ontstaat een uniek manifest dat specialisten in de jeugdliteratuur én de fans van Chambers zal fascineren.