Zelfs onze schaduw kruipt soms tegen de muren op.
En lichten wij hem bij, verduisteren wij zijn volgzaamheid.
Hoe verzoenen wij voorzijde met achterkant
als ook een tweeloop gelijktijdig vuurt
en de banen wel hun doel, maar nooit elkaar raken,
zonder tweelingstrijd?
In hoeverre zijn we baas over ons eigen handelen? Hoe blijven we trouw aan onszelf? Wanneer of waarom verloochenen we ons karakter? Welk deel van onze denkpatronen kregen we mee uit onze afkomst en waar zijn we zelf verantwoordelijk voor? Hoe rijmen we authenticiteit met rolpatronen en maatschappelijke verwachtingen?
De gedichten in TWEELINGSTRIJD vormen een zoektocht naar een eigen identiteit.