In het najaar van 1945 kwam de grootvader van Michal Citroen terug uit Auschwitz. Veel later vertelde hij haar hoe afschuwelijk de eerste jaren na de oorlog voor hem en zijn lotgenoten geweest waren: ‘De Nederlanders hebben zich schunnig gedragen.’ Eenmaal thuis op vaderlandse bodem was er voor de meeste joden geen aandacht, geen begrip en geen opvang. Behalve door het schamele restant van de joodse gemeenschap zelf werden zij door niemand verwacht. Waren de joden eigenlijk nog wel welkom in Nederland? Twintig jaar geleden publiceerde Michal Citroen dit opmerkelijke boek, waarin zij op basis van talloze gesprekken met direct betrokkenen antwoord geeft op deze vraag en een onthutsend beeld schetst van de behandeling die Nederlandse joden na hun terugkeer uit de kampen of onderduik ten deel viel. Uitgebreide en herziene editie van een standaardwerk. Oorspronkelijke publicatie in 1999. Met een voorwoord van Jessica Voeten, dochter van Marga Minco.