In een park in Wenen wordt een man in elkaar geslagen door een stel tieners. Niet om zijn geld, maar eenvoudig omdat het groepje zichzelf in de weg zit. Elfriede Jelinek geeft een wrang beeld van de beklemmende jaren vijftig in Oostenrijk: postfascisme, spruitjeslucht en ongelukkige pubers die zich uitgesloten voelen en nog geen eigen jeugdcultuur hebben ontwikkeld (het eerste concert van de Beatles vindt plaats in 1960). De scholieren vormen een bende, Sartre wordt te pas en te onpas (verkeerd) geciteerd en er wordt veel geweld gebruikt.
DE UITGESLOTENEN is een choquerende roman met een boosaardig einde.