Bij het toekennen van de Nobelprijs voor de literatuur prees de Zweedse Academie de poëzie van Wislawa Szymborska, 'die met ironische precisie de historische en biologische context laat doorschijnen in fragmenten van menselijk bestaan' en 'haar stille, maar juist daardoor vernietigende ironie'. Elk gedicht van Szymborska is een wereld op zich, waarin ze als een subtiele chroniqueur van het dagelijks leven de lezer een lyrische en dikwijls ironische blik gunt op de wereld, de mens, de liefde en de dood.