1914. Ule Pauwels woont samen met haar ouders en haar drie jongere broers in een klein boerderijtje in Cruyshautem. Op haar veertiende gaat ze dienen bij de dorpsdokter. Dan vallen de Duitsers Belgiƫ binnen en wordt haar vader opgeroepen. Bijna iedereen vlucht naar Frankrijk, maar haar moeder wil de boerderij niet achterlaten. Maar de Duitse pletwals is niet te stoppen, dus vertrekken ze ook, naar de Westhoek, bij haar nonkel en tante. Als de Duitsers in april 1915 gifgas gebruiken, zijn ze ook in Elverdinge niet meer veilig en trekken ze verder weg van het front, naar de boerderij van pepee Pauwels in Watou. Ule en haar broers worden naar een schoolkolonie gestuurd in Frankrijk. Daar worden meisjes en jongens gescheiden. Ule rebelleert, want haar moeder heeft haar op het hart gedrukt dat ze altijd samen moeten blijven. Dan verneemt ze dat er een bom op het woonhuis van de boerderij in Watou is gevallen. Er zouden twee zwaargewonden en een dode zijn. Ule loopt weg uit de kolonie en samen met een vriendin, haar broers en Amedeus, die ze in de kolonie in Vinkem heeft leren kennen, keert ze terug naar Watou. Een tocht vol gevaar, liefde en vriendschap. Maar ook een tocht naar zichzelf.
Met het hartveroverende Epinona, een historisch verhaal over een Keltisch meisje, scoorde Marc de bel zeer hoog in de KJV 2011. Ook het verhaal van Nelle, de heks van Cruysem, deed het hart van vele lezers sneller doen kloppen. Deze coming of age-roman over Ule, een veertienjarig meisje in woelige oorlogstijden, zal weinigen onberoerd laten en lang blijven nazinderen.