FC Utrecht: mooie club, roemrucht verleden. Vanwege financieel wanbeleid is de club meerdere keren langs de rand van de afgrond gescheerd.
Begin jaren tachtig was bij FC Utrecht de FIOD de grootste tegenstander: zwart geld. In 2003 dreigde een enorme schuldenlast de club de nek om te draaien. En in 2007 bereikte de zogeheten Phanos-affaire zijn dieptepunt. Hoofdsponsor Phanos – projectontwikkelaar – had grote plannen met de club: nieuw stadion langs de A2, verdubbelde begroting, en op de plek van het huidige Galgenwaard appartementen bouwen. Té ambitieus, oordeelde de gemeente, supporters boos. Met name de Raad van Commissarissen moest het ontgelden. Er volgde een heuse machtsstrijd: rechtszaak, bedreigingen, een ad interim voorzitter voor drie dagen, nachtelijk overleg op het stadhuis, de chaos was compleet.
Van Scheers reconstrueert de toestanden nauwgezet, op basis van interviews met betrokkenen van alle partijen – vertegenwoordigers van (het toenmalige) FC Utrecht, (het toenmalige) Phanos, Gemeente Utrecht en andere hoofdrolspelers en observanten.
Een zelden gelezen ‘achter de schermen’-verhaal dat niet alleen op FC Utrecht terugslaat. Je ziet het vaker in het betaalde voetbal: overal waar ambitie en geldgebrek elkaar kruisen, breekt vroeg of laat de crisis uit.