¿Wat doe ik dan?¿ Pap is zich van geen kwaad bewust.
¿Je peutert in je neus!¿
¿Ik peuter helemaal niet in mijn neus!¿ hoor je jezelf terugroepen. Kan het zijn dat je het wel deed, maar nu alweer bent vergeten? Kennelijk, want de commotie zet door.
¿Je hele vinger zat erin!¿
Volgens de wetten van het toneelstuk moet je nu eigenlijk verbaasd of verontwaardigd naar de desbetreffende vinger kijken, maar dat doe je niet om verdere escalatie te voorkomen. ¿Ik zal het niet meer doen,¿ mompel je dus maar.
¿Pap! Je mond hangt open!¿ Dat is de oudste dochter, een halfuur later. Zij draagt al een bh, zag je laatst. Best een schok was dat, maar ja _ wat doe je eraan? Net doen alsof je het niet zag.
¿Pap! Doe je mond dicht!¿ herhaalt ze op dwingende toon.
Je doet hem dicht en leest voort in de krant. Na een tijdje neem je een hap van je croissant.
¿Kun je nou niet gewoon eten?¿ komt onmiddellijk het commentaar. ¿Moet je nou echt zo snuiven en blazen en zulke grote happen nemen?¿ Dit is nog steeds de veertienjarige. ¿Het is walgelijk, pap. Je lijkt wel een hond.¿
Het moet niet gekker worden.
Maar dat wordt het natuurlijk wel. Vader en dochters is een boek over twee opgroeiende meiden en een vader die verwonderd en bezorgd toekijkt. De eerste jaren is het luiers verschonen en wachten op de eerste tand en het eerste voetstapje, vervolgens komen Bert en Ernie, Sesamstraat en Pluk van de Petteflet, maar daarna begint het pas: ze krijgen praatjes en gaan de gekste vragen stellen.
Steeds onvermijdelijker komt het moment waarop ze helemaal op eigen benen zullen kunnen staan, althans _ dat denkt de vader. Hij ziet in een twaalfjarige al een jonge vrouw die belaagd wordt door verkeerde mannen en met weemoed denkt hij terug aan de jaren waarin ze nog klein en onhandelbaar waren.
Martin Bril schrijft al jarenlang een dagelijkse column in de Volkskrant, waarin zijn beide dochters vanaf het begin een prominente rol spelen.