Dat Van Slogterens gevoelens niet uniek zijn, komt ter sprake als hij vertelt over de uiteenlopende relaties van wielrenners met hun hun vaders. Met onder andere de vaders en zonen Van der Poel, Nijdam, Breukink, Wagtmans, Tolhoek, Dekker, Kroon, Groenewegen en vele anderen.
Er blijken vele soorten wielervaders te bestaan. Vaders die het geweldig vinden dat hun zoon wielrenner is, omdat ze dat zelf zo graag hadden gewild; vaders die er niets van willen weten omdat ze de sport te volks of te gevaarlijk vinden; vaders die hun wielrennende zoon inzetten voor de publiciteit van hun bedrijf; vaders die het niet verdienen om überhaupt vader te zijn. Ze komen allemaal aan bod.
Van Slogteren merkt dat hij door het schrijven dichter bij zijn eigen vader komt. De vele mooie (en ook minder mooie) momenten samen komen bovendrijven, tot het ontroerende einde bij het overlijden van zijn verwekker.
Fred van Slogteren schreef een groot aantal wielerboeken. Bij Just Publishers verschenen eerder Raas, de zwijgende legende, Jan Janssen, alleen het hoogste telde, Peter Post, een fenomeen in de wielersport en Jopie, Jopie, Jopie! (over Joop Zoetemelk).